Onderzoek en behandeling

 

Kinderen met extreme praatangst spreken niet en zwijgen voortdurend in bepaalde sociale situaties zoals de school. En toch zijn het thuis vlotte praters. Verlegenheid komt veel voor bij kinderen. Ze kijken de kat uit de boom, maar ze gaan na verloop van tijd mee doen en mee praten. Kinderen met selectief mutisme blijven zwijgen, ook als ze gewend zijn aan de situaties en de nieuwe mensen. Selectief mutisme is een angststoornis en gaat meestal niet vanzelf over. Onderzoek en behandeling is meestal nodig. 

Het selectief zwijgen wordt veroorzaakt door irreële/onwerkelijke gedachten over fouten maken of kritiek krijgen, en over de hoge prestaties die ze willen behalen. Het kind is angstig dat iemand hem/haar ziet of hoort praten. Het kind vermijdt het praten. Door deze vermijdingsreactie vergroot zijn/haar spreekangst. Het is gemakkelijker deze gewoonte te behouden dan opnieuw te leren praten. Ze zijn bang voor de reactie van anderen als ze opnieuw gaan spreken.

Er is soms een erfelijke aanleg voor angst. Familieleden in de huidige en vroegere generaties vermelden bij zichzelf ook kenmerken van angst.

Onderzoek in teamverband

Om deze kinderen een juiste behandeling te kunnen geven is er soms onderzoek nodig. Dit diagnostisch onderzoek gebeurt bij voorkeur door een multidisciplinair team. Kinderpsychiater, psycholoog, orthopedagoog en logopedist analyseren met de ouders wat goed en minder goed verloopt in de ontwikkeling van hun kind en hun gezin. De ouders en de leerkracht(en) worden ook bevraagd via algemene en gerichte vragenlijsten. De onderzoekers leren het kind kennen via spel en oefeningen (testjes). Ze benoemen de sterktes en zwaktes in alle ontwikkelingsdomeinen (intelligentie, taal en spraak, sociaal, emotioneel, motorisch).

Het is belangrijk dat andere of bijkomende problemen onderkend worden, zoals een taal- of spraakstoornis, een leerprobleem, autisme, een trauma. Deze zorgen vragen een andere of aanvullende behandeling.

Behandeling en de zoektocht naar hulp

Selectief mutisme kan jaren bestaan en het gaat zelden vanzelf over. Wanneer kinderen vóór hun tiende jaar behandeld worden, is de kans op succes groter. De behandeling is een combinatie van cognitieve gedragstherapie met het kind en oudertherapie. De therapie bestaat uit veel kleine stappen. Er wordt veel geoefend in geleidelijk moeilijker situaties. Als een volgende stap niet lukt, dan gaan we terug naar een vorige stap. We blijven oefenen tot het lukt en dan gaan we weer een stapje hoger.

Met de hulp van verhalen, spelletjes en oefeningen wordt het zelfvertrouwen en positief zelfbeeld versterkt. Het kind leert positieve en werkelijke/reële gedachten over zichzelf en anderen, over dapper denken en dapper doen. Er worden ook ontspanningsoefeningen aangeleerd. Er wordt geoefend met het maken van geluiden, fluisteren en spreken.

Als het kind kan praten met de therapeut, wordt het oefenen voortgezet op school. Stapje voor stapje gaan andere kinderen en leerkracht(en) mee oefenen. Eerst in kleine groepjes buiten de klas, nadien in de klas.

De samenwerking tussen therapeut, ouders en leerkracht is noodzakelijk. Ouders en leerkrachten hebben recht op steun en begeleiding.

Ouders kunnen onzeker worden omdat ze hun opvoeding voortdurend moeten afstemmen op de angstige aard van hun kind. Langs de ene kant willen de ouders hun kind stimuleren tot meer zelfstandigheid en langs de andere kant willen ze rekening houden met de angsten van hun kind.

De leerkracht kan moeilijk inschatten hoe het kind zich op school voelt. Het kind heeft minder mogelijkheden om hulp te vragen. Ook kan de leerkracht het lees- en spraakniveau van het kind niet vlot toetsen.

Ouders en ook leerkrachten krijgen uitleg over angststoornissen en hoe de therapie werkt. Ze leren het belang van de vele tussenstappen. Ze krijgen tips hoe ze hun kind kunnen ondersteunen bij het overwinnen van angsten.

Er zijn in Vlaanderen centra, privé en gesubsidieerd, die onderzoek kunnen uitvoeren. Ouders hebben recht op een concreet en uitvoerig verslag van het diagnostisch onderzoek. Dit verslag is ook noodzakelijk voor de school en de toekomstige behandelaar.

Er zijn weinig hulpverleners die de specifieke behandeling van selectief mutisme kennen of kunnen uitvoeren. Onze Vereniging blijft zich actief inzetten om oplossingen te zoeken. De therapie kan lang duren en is arbeidsintensief. Privétherapie is bovendien voor vele gezinnen onbetaalbaar. Daarom heeft de Vereniging Selectief Mutisme een hulpprogramma ontwikkeld waar in de eerste plaats ouders en leerkrachten zelf aan de slag kunnen gaan met het kind en de praatangst. Zie Hulpprogramma’s.