Extra ondersteuning
Het dossier over selectief mutisme van Klasse van het Departement Onderwijs kan de school helpen inzien dat het probleem serieus moet benaderd worden: www.klasse.be/199062/selectief-mutisme-in-de-klas/
Met de school kan afgesproken worden dat het kind met selectief mutisme extra opvolging krijgt door de zorgleerkracht. De CLB-medewerker kan nagaan of er extra begeleiding nodig is in het kader van ondersteuning. Als school bouw je een gepast zorgbeleid uit voor al je leerlingen. Je doorloopt de fases van basiszorg en verhoogde zorg om samen met de ouder en het CLB zo goed mogelijk voor de leerlingen te zorgen.
Als de basiszorg en de verhoogde zorg niet volstaan en er uitbreiding van zorg nodig is, kan je extra ondersteuning vragen voor de begeleiding van een leerling met praatangst. Dat kan door samenwerking met het buitengewoon onderwijs voor type 7 (spraak-en taalstoornis) of type 3 (emotionele of gedragsstoornis).
Je bepaalt samen met de ouder, met het CLB en met een school voor buitengewoon onderwijs de ondersteuning op maat, op basis van de noden. De ondersteuning kan verschillende vormen aannemen:
- Voor het kind zelf
- Voor de leerkracht(en)
- Voor het schoolteam
De ondersteuning moet altijd voelbaar zijn in de klas en kan flexibel worden ingezet, ook in de loop van een schooljaar.
Het nieuwe ondersteuningsmodel vervangt de vroegere begeleiding geïntegreerd onderwijs (GON) en inclusief onderwijs (ION).
Meer over de nood aan redelijke aanpassingen: klik hier.
De school als therapeutische ruimte
Het schoolleven pas je best aan voor een kind met selectief mutisme. Deze aanpassing gebeurt best open en in overleg met het kind. Hoe kan je dat doen?
- de niet-verbale communicatie aanmoedigen, bijvoorbeeld aanwijzen, ja en nee-knikken, schrijven, tekenen…
- nadenken over de plaats die men het kind in de klas geeft, bijvoorbeeld vooraan in de buurt van leerkracht en naast iemand die ze vertrouwen
- pictogrammen gebruiken voor sommige basisbehoeften zoals naar het toilet gaan, pijn hebben, zich droevig voelen of gepest worden
- audio-visuele middelen gebruiken, zoals iPad, fototoestel, gsm…
Leg zeker geen druk op het kind of eis niet dat het kind zal spreken.
Als leerkracht praat je gewoon met het kind zoals tegen andere kinderen. Stel dat het kind met selectief mutisme toch iets zegt, trek daar niet de aandacht op en doe gewoon verder met het gesprek.
Let er steeds extra op dat het kind met selectief mutisme niet in een sociaal isolement terecht komt of het mikpunt wordt van spot en plagerij. Tijdens de speeltijd kan de leerkracht observeren of het kind kan samen spelen met andere kinderen.
Ook in de school kan actief geoefend worden om de praatangst te overwinnen. Een vertrouwenspersoon van het kind of de therapeut, kan samen met het kind en de leerkracht oefenen om spelenderwijs en stapje voor stapje te leren praten. De Vereniging Selectief Mutisme heeft hiervoor een Hulpprogramma ontwikkeld: ‘Leren praten op school voor kinderen met praatangst’.
De actieve ouder
Ouders kunnen een actieve rol spelen. Onderhoud een goed contact met de leerkrachten en maak afspraken om regelmatig informatie uit te wisselen. Ook het CLB of de ondersteuner kunnen hierin een rol spelen. Kan je de ouders moeilijk bereiken of vinden zij het moeilijk om zelf een actieve rol op te nemen? Neem dan contact op met de behandelende psycholoog of logopedist.