Verlegenheid is angst voor andere mensen of voor nieuwe situaties. Verlegenheid is bij kinderen heel gewoon. Maar het kan wel lastig zijn, ook voor de ouders. Zeker als je kind er zelf nadeel van ondervindt. Verlegenheid is niet hetzelfde als selectief mutisme.
Verlegenheid of eenkennigheid bij jonge kinderen hoeft helemaal geen reden tot grote bezorgdheid te zijn. Soms hoort verlegen gedrag bij de ontwikkeling. Het ene kind heeft er meer last van dan het andere kind. Bij de meeste kinderen gaat verlegenheid over. En het kan niet de bedoeling zijn dat we van onze kinderen allemaal praatvaren maken. Ook bescheiden kinderen hebben recht op een plaats tussen de andere kinderen. Het is natuurlijk anders als een kind situaties uit de weg gaat, zichzelf te kort gaat doen, of onnodige angsten gaat ontwikkelen.
Een kind dat last heeft van extreme verlegenheid, is de hele dag gespannen. Deze kinderen zijn zo verlegen, dat ze geen vriendjes hebben, of zich afhankelijk maken van één vriendje en nooit ergens naartoe durven om te spelen.
Verlegenheid die het kind zelf tot last is, daar moet je als ouder wel wat aan doen. Een kind kan dat niet zelf oplossen en het zal er ook niet overheen groeien, zoals vaak gezegd wordt.
Verlegen kinderen willen graag weten wat ze te wachten staat. Wie zal er zijn? Waar is het? Hoe ziet de omgeving eruit? Als ouder kan je je kind voorbereiden door te vertellen wat er staat te gebeuren. Laat een brochure zien of een website om het bezoek bijvoorbeeld aan het ziekenhuis, het vakantiepark of het theater voor te bereiden. Als het mogelijk is, kan je de omgeving verkennen of op voorhand gaan kijken. Bezoek thuis kan je samen voorbereiden. Noem op wie er komt, laat je kind helpen bij het klaarmaken van de hapjes en drankjes. Of je kind kan een tekening maken voor de bezoekers. Oefen op voorhand in wat je van je kind verwacht als het bezoek aankomt bijvoorbeeld hoe je iemand begroet en wanneer de cadeautjes open mogen. Vertel wat er allemaal op het programma staat, betrek je kind erbij en werk op voorhand scenario’s uit daar waar je denkt dat het nodig is.
Voor verlegen kinderen is vertrouwen een sleutelwoord. Ze moeten kunnen vertrouwen op hun omgeving en op hun naasten. Neem als ouder je tijd: kom bijvoorbeeld goed op tijd op een afspraak. Zo geef je je kind de tijd om rustig te wennen aan de omgeving. Als je kind het moeilijk heeft om afscheid te nemen, respecteer het afscheidsritueel en geef eventueel een knuffel of iets van jou mee. Dit herinnert jouw kind dat jij hem of haar zeker weer komt halen. Ga nooit stiekem weg ook al gaat het afscheid met tranen of boosheid gepaard. Integendeel, stel je kind gerust. Indien het vertrouwen van het kind groeit, kan je stilaan je kind meer en meer loslaten.
Bang zijn is heel gewoon. Jong en oud kennen dat gevoel. Toon begrip voor de angst van je kind. Vertel je kind over je eigen ervaringen met angst en vertel hoe je het overwonnen hebt. Samen kan je bijvoorbeeld een boek lezen over bang zijn. Je kan je kind ook geruststellen, de aandacht op iets anders vestigen, zoals op de leuke dingen die te zien of te doen zijn. Toon begrip voor de verlegenheid maar accepteer ook geen overdreven claimend gedrag zoals huilen, op de grond gaan liggen… Probeer de zelfstandigheid van je kind te stimuleren en denk eraan om bij elk stapje je kind complimentjes te geven.
Zelfvertrouwen krijgt een kind pas als het zelf een stap genomen heeft. Geef als ouder zo weinig mogelijk aandacht aan de dingen die je kind nog niet durft. Geef vooral aandacht aan wat hij of zij al wel kan of durft. Noem je kind niet verlegen en maak er ook geen grapjes over. Verlegenheid is geen karaktereigenschap, het is een emotie die kan overgaan. Je kan dan beter je kind geruststellen door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Je moet misschien nog even wennen. Ga maar lekker spelen. Straks ben je gewend en dan durf je ook met de andere kindjes spelen.’
Maak je vooral als ouder niet teveel zorgen. Vele ouders herkennen zich meestal zelf in hun kind. En bij de meeste ouders is de verlegenheid overgegaan of weet je hoe je het bang zijn onder controle kunt houden.