The child has one intuitive aim: self development

De grote ommezwaai van Ann

“Ik ben Ann, 28 jaar. Ik ben opstartend zelfstandige, als herborist en schrijfster. Ik organiseer natuurkampjes voor kinderen, kruidenworkshops voor volwassenen en schrijf kinderverhalen. Van opleiding ben ik sociaal verpleegkundige. De grote ommezwaai kwam vorig jaar. Ik dacht dat alles goed ging op mijn werk. Tot ik mijn c4 kreeg. Het deed pijn, maar tegelijkertijd voelde het aan alsof het zo moest zijn. Want als ik iets geleerd heb in al die jaren met praatangst, dan is het wel om ontvankelijk te zijn voor signalen in mijn lichaam. Ik schrijf onderstaande getuigenis neer om mensen een hart onder de riem te steken.”

“Ik was vier jaar, maar de herinnering zit nog vers in het geheugen. Natuurlijk heb ik een tong, dacht ik. Ze wilt waarschijnlijk weten waarom ik niet praat. Maar ik wist het zelf niet. Ik haalde mijn schouders op en staarde naar beneden. De opmerkingen rond mijn stilzwijgen bleven terugkomen. Waarom zeg je niets? Ben je bang? Elke opmerking deed me net meer zwijgen, want ze insinueerden duidelijk dat er iets mis was met mij. Maar wat? Ik snap niet wat er allemaal gebeurt. Het is allemaal zo nieuw.”

‘Ze heeft iets gezegd!’

“Mijn klasgenootje keek me aan met grote ogen. Ik voelde me er ongemakkelijk bij, maar diep vanbinnen voelde ik een overwinning: ik kan wél praten! Toen ik thuis kwam, vertelde ik het aan mijn mama. ‘Ik heb iets gezegd!’ Want thuis kostte praten geen moeite. Maar van zodra er iemand in de buurt was- eigenlijk iedereen buiten het gezin- zweeg ik. Ook als er iemand aan de overkant van de straat liep, want die persoon zou me kunnen horen …”

‘Komaan, vraag het aan Robbe!’

“We werkten in groepjes. Zoals gewoonlijk, zei ik niets. ‘Komaan, vraag het aan Robbe!’, vroeg de leerkracht nog eens. Ik voelde me gespannen en ging naar de tafel van Robbe. Ik stond er, maar kreeg geen woord uit mijn lippen. De leerkracht werd boos: ‘Is dat nu zo moeilijk?’ Ja, het is zo moeilijk. De tranen schoten in m’n ogen.
Tijdens mijn lagere schooltijd zat ik met een paradoxale wens: het liefst zou ik in een hoekje verdwijnen, maar tegelijkertijd wilde ik niets liever dan dat mensen mij zagen. In mijn fantasie was ik een prinses, iemand die geen moeite had met praten en vanop haar balkon hordes mensen toesprak. ’s Avonds fantaseerde ik uren over hoe ik populair zou kunnen worden. De fantasieën waren een vlucht maar tevens mijn enige middel om de werkelijkheid een plaats te geven.”

Na een tijdje werd er gewoon over gezwegen

“Ik werd boos telkens mijn mama iets zei over mijn niet-praten. Ik neem mijn ouders niets kwalijk, ze wisten gewoon niet zo goed wat ze konden doen. Mijn papa had hetzelfde probleem, en voor hem was het te confronterend. Dus na een tijdje werd er gewoon over gezwegen. Ik kan echt aanraden om selectief mutisme niet te benaderen als ‘iets dat wel zal voorbijgaan’, maar het wel tegemoet te treden met veel begrip, geduld en vooral menselijke warmte. Praten is oké. Niet praten is ook oké. Er is écht wel iets aan te doen! En het is niet nodig – zoals bij mij het geval was – om dat pas in de jongvolwassenheid te beseffen.”

Mijn keel deed zoveel pijn

“Omdat ik met niemand durfde praten- op school sloot ik me tijdens de pauzes op in de toiletten- kwam ik in een vicieuze cirkel terecht. En telkens werd mijn ‘probleem’ erger en erger. Toen ik 18 werd, durfde ik ook thuis niet meer praten. Wanneer ik het toch probeerde, deed mijn keel zoveel pijn, dat praten letterlijk een inspanning geworden was. Ik wikte dus al mijn woorden minutieus af, zodat ik niet teveel pijn zou hebben bij het praten. Ik analyseerde mensen op televisie: hoe praten zijn? Welke woorden gebruiken ze? Het was heel vermoeiend, ik had last van slaapstoornissen en kwam in een depressie terecht.”

Er was geen keuze meer

“Ik studeerde voor verpleegkundige. Mijn stages liepen niet zo goed. Nadat ik afgestudeerd was, verloor ik verschillende keren mijn werk. Tijdens vergaderingen was ik zo gespannen dat ik niets kon onthouden. Mijn hoofd leek gevuld met watten. Zo was functioneren niet mogelijk … De grote ommekeer kwam ongeveer op mijn vierentwintigste: ik besefte dat er geen keuze meer was dan mezelf te accepteren.”

“Accepteren dat praten niet zo gemakkelijk is, dat ik soms pijn voel in mijn keel. Accepteren dat ik hierdoor mijn werk verlies. Dat mensen me niet begrijpen. Maar vooral: dat ik mijn eigen tempo moet volgen.”

“Door het accepteren begon ik in te zien dat mijn gevoelens er mochten zijn. En weet je wat? Als mijn gevoelens er mogen zijn, dan mag ik er zijn. En als ik er mag zijn, dan kan ik praten. Ja, dan is het veilig. Dan mag ik er letterlijk ‘staan’, mijn tempo volgen en ontwikkelen waar ik goed in ben. Ik studeerde voor herborist, werd zelfstandige en begon kinderactiviteiten te organiseren.”

“Misschien kan selectief mutisme als een soort weg of pad gezien worden: een pad waar wij als opvoeder en/of ouder vertrouwen en veiligheid schenken, een portaal bieden aan het kind om zichzelf te mogen zijn en zich te ontwikkelen naar eigen tempo. En misschien heeft het kind daar een helpende hand bij nodig. Elk kind is anders en er zijn weinig pasklare antwoorden hoe je met je kind moet omgaan. Misschien is het vooral een kwestie van luisteren naar wat jouw unieke kind nu eigenlijk echt te zeggen heeft.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *